Geplaatst op 06-06-2019
- Categorie: Blog: advocatenblog
- Auteur: Hélène van Hout
Tegenwoordig eindigt helaas 40% van de huwelijken in een echtscheiding. Dat een echtscheiding ook invloed heeft op de letselschade, is iets waar veel mensen niet bij stil staan.
Huwde je vóór 1 januari 2018, dan was je automatisch in gemeenschap van goederen gehuwd, tenzij je huwde op huwelijkse voorwaarden, die werden vastgelegd bij de notaris.
Dit betekende –als je in gemeenschap was gehuwd- voor de letselschadeclaim dat de schadevergoeding bij een echtscheiding in de gemeenschap viel, behoudens het smartengeld, en de schade die is geleden nà de ontbinding van het huwelijk.
Wat betekent dat: stel je hebt € 50.000,- ontvangen vóór het huwelijk (aan voorschotten) en € 50.000,-- voor geleden schade tijdens het huwelijk; Bij een echtscheiding heeft je ex-partner in dat geval recht op 50% van de vergoede schade derhalve € 50.000.
Na 1 januari 2018 heeft de ex-partner alleen nog recht op de vergoeding over de schade die is geleden tijdens het huwelijk, derhalve € 25.000,--.
Voor zowel de huwelijken vóór als gesloten na 1 januari 2018 adviseer ik dan ook om het smartengeld zo hoog mogelijk te begroten, omdat dit is verknocht aan het slachtoffer, en bij een vaststellingsovereenkomst zo gespecificeerd mogelijk aan te geven wat de toekomstschade is, zodat de ex-partner nooit rechten kan ontlenen aan de schade die jij als slachtoffer nog gaat lijden in de toekomst.
Daarnaast adviseer ik om een goede administratie bij te houden van de schade-uitgaven en uitgekeerde voorschotten, om zoveel mogelijk vermenging te voorkomen.
Het is dan ook het overwegen waard om een aparte bankrekening te openen, die helemaal gericht is op de letselschade, waarop alle uitgaven worden gedaan die een slachtoffer doet, en ook alle voorschotten worden ontvangen.
Hélène van Hout